uit: De Volkskrant, 16.9.14
Voor wie de klok luidt
Door: Karin Veraart 16 september 2014.
Sarah Jonker en
Marc Wortel maken een theatervoorstelling over een klokkenluider, naar
een werk van Miroslav Krleza. De twee jonge makers over wat ze in een
oud boek van een Joegoslavische schrijver zagen.
Even snel. Sarah Jonker en Marc Wortel?
Twee
theatermakers van begin 30. Studeerden tegelijkertijd af aan de
Toneelschool Arnhem en verloren elkaar nooit uit het oog. Wortel werkt
als freelanceregisseur in Duitsland, actrice Jonker maakt voorstellingen
bij onder meer Likeminds en nodigde dit seizoen Wortel uit. Hij koos
voor het boek van Krleza: Op de rand van het verstand uit 1938.
© Sarah Jonker
Miroslav Krleza?
Een
van de groten uit zijn tijd. Geboren in Zagreb in 1893, daar gestorven
in 1981, heeft hij zich als dichter, romancier, essayist en ook als
toneelschrijver steeds opgeworpen als criticus van het Joegoslavische
regime.
Wortel: 'Hij heeft een bepaalde zwarte humor die ik
fascinerend vind. Ik heb eerder Russisch werk geënsceneerd en daarin
ontmoet je dat ook. Het zal ermee te maken hebben dat alles in een
klimaat van onderdrukking tot stand komt.
'Krleza is meerdere
keren als kanshebber voor de Nobelprijs genoemd, maar na de val van het
communisme en het IJzeren Gordijn is hij in het Westen wat uit beeld
geraakt. Vermoedelijk op een hoop geveegd met tijdgenoten die het regime
aan de borst hebben gedrukt. Ja, hij wás bevriend met Tito, maar hij
had ook veel vijanden in diens kringen. En hij had last van censuur.'
'Hier zijn zijn boeken nauwelijks meer te krijgen. In Duitsland wel;
vorig jaar heeft Martin Kusej (invloedrijk intendant in München, KV)
zijn stuk In Agonie nog geregisseerd. Op de Balkan leeft zijn werk.
'Krleza is een bom in je boekenkast, wat een woede tussen twee kaften',
lees je op blogs en fora. Het is inderdaad zeer stuwende taal die hij
gebruikt. En in sommige uitdrukkingen kun je verwijzingen lezen naar
bijvoorbeeld de showprocessen van Stalin.'
Jonker: 'Inmiddels
rommelt en schuift het in Oost-Europa weer volop. Daardoor staan
(westerse) economische belangen als vanouds op gespannen voet met morele
kwesties. En wij lazen net Krleza, dat sloot wonderlijk op elkaar aan,
ineens.'
Waar gaat het dan over?Op
een tuinfeestje van een plaatselijke bobo in een Joegoslavische
provinciestad laaft een stel notabelen met hun gezinnen zich aan goede
spijs en wijn. Hoe meer drank er vloeit, hoe sterker de verhalen worden.
Op enig moment laat de gastheer zich voorstaan op een viervoudige
moord. 'Misdadig en immoreel', oordeelt de hoofdpersoon hardop. Dat komt
hem te staan op een rigoureuze uitstoting uit de gemeenschap.
Geliefden, vrienden en collega's zien hem ineens als een bedreiging.
Stiekem zijn er genoeg het met hem eens, maar dat hardop zeggen, is
'politiek niet slim'.
Wortel: 'Voor mij is dit een mythisch, een
bijbels verhaal. Iemand zegt nee, waarop iedereen hem verlaat.' Jonker:
'Het is spannend, het is een groot thema, een ideeënstuk. Maar we
hadden niet kunnen vermoeden dat het zó actueel zou worden. In de
huidige politieke arena moet je weer op je woorden letten. Zou je een
dictator liefst regelrecht de wacht aanzeggen, dan je moet toch nadenken
hoeveel onschuldige anderen je daar mogelijk mee treft. Onze
hoofdpersoon wil niet eens per se een grote daad stellen. Maar voor hij
het weet, is hij een radertje in een machine die maar door-dendert.'
Hoe pakken jullie de enscenering aan?
Wortel:
'Hij staat alleen, ook op het toneel. Hij heeft geen kans. Er vormt
zich een koor dat zich tegen hem keert. Associaties met Ad Bos (de man
van de bouwfraude die in een camper eindigde), Bradley Manning, Edward
Snowden, ze dringen zich op. De eenzame revolutie noemen we de
voorstelling, naar de Duitse vertaling. Het Nederlandse Op de rand van
het verstand klinkt alsof er een steekje bij 'm los zit, maar hij is
niet ziek, hij is 52 jaar en extreem gezond. Welbespraakt en scherp
verwoordt hij zijn appel.'
Jonker: 'De verhalen over zijn daad
nemen steeds groteskere vormen aan, de stad loopt uit om naar hem te
kijken. De personages hebben iets karikaturaals en schematisch, van de
directeur-generaal Domacinski (de bobo), via de menselijke grammofoon
Hugo-Hugo, tot de kapper, de dokter, de rechter, de oude prostituee.
Ieder van ons speelt meerdere rollen. Ik ben onder anderen een
extremist, die nog heftiger dan de hoofdpersoon korte metten wil maken
met zijn omgeving. Terwijl onze held daar steeds meer van terugkomt. Hij
realiseert zich op een zeker moment dat zijn morele zwaard niet meer is
dan een houtspaan. Daar staat hij dan te zwaaien met een soort
soeplepel.'
Humoristisch, dus ook?
Wortel:
'Absoluut. We hebben de eerste weken elke dag ruim twee uur
(lichamelijk) getraind in een anti-psychologische speelwijze, om het
groteske te kunnen benadrukken. Op de toneelschool zag ik ooit een klein
stukje film van Gogols Revizor in de regie van Meyerhold. Ik wilde dat
verder bestuderen, één van de redenen om regie in Duitsland te gaan
doen.
'Uiteindelijk gaat het bergafwaarts met de ik-figuur, hij
kan geen baken blijven, hij wordt iemand die mensen in elkaar gaat
slaan, ook hij krijgt vieze handen. Krleza kijkt waar dat omslagpunt
ligt, wanneer houdt een daad op een heldendaad te zijn en wordt het
asociaal gedrag? Als we die grens kunnen aanraken, zou dat mooi zij; dat
je als publiek soms toch even richting de tegenpartij neigt.'
De eenzame revolutie naar Miroslav Krleza, vanaf 16/9 in Frascati, Amsterdam, frascatitheater.nl.